subsidiënten | colofon

Tagcloud: UIT / AAN

Concept herbestemming Schreihuisje

| 2013-12-18 14:14:47

2013 Schreihuisje Schiedam
© Satellietgroep

Stichting Satellietgroep (Den Haag, 2006) is door de gemeente Schiedam gevraagd een voorstel te ontwikkelen voor herbestemming van het Schreihuisje op basis van ervaringen met langlopende artist in residence (AiR) programma’s ‘Badgast’ (sinds 2009 in Scheveningen) en ‘Now Wakes The Sea’ (sinds 2012 uitwisseling met het buitenland). Satellietgroep neemt actief deel aan het AiR discours, waaronder de bijeenkomsten van Platform NL (Trans Artists), als organisator van de Expertmeeting ‘Experts van het Lokale’ (2011), deelnemer aan het programma Mutual AiR Impulse Nederland – Rusland (2013) en mede organisator van het internationale Seminar ‘Shifting AiR Strategies’ (2013).
Recent zijn de publicaties ‘Badgast’ en ‘NWTS’ uitgebracht.

Herbestemming van het Schreihuisje
Het Schreihuisje in Schiedam is een betekenisvolle plek die wacht op nieuw gebruik.  
Elke havenplaats kent een plek waar mensen samenkwamen om afscheid te nemen en met verlangen uit te zien naar een behouden terugkomst. Van oudsher zijn havens plekken waar migratie gestalte krijgt in de beweging van schepen, mensen, goederen. Uitwisseling van artefacten, kennis en ervaringen zijn een voedingsbodem voor nieuwe inzichten.

Schreihuisje en Schrijvershuisje
Het Schreihuisje wordt aangevuld met een Schrijvershuisje. Een gastenverblijf dat als een ‘spin’ deels over het Schreihuisje is geplaatst. Het huisje staat op poten vanwege de overstromingen en de sociale veiligheid van de gastkunstenaars. De functie is ‘artist in residence’ als plek voor onderzoek en productie van werken die inspelen op de narratieve historie van de locatie en nieuwe betekenissen en gebruik genereert. De resultaten worden gepresenteerd in het Schreihuisje, waarmee haar publieke functie wordt bewaard en een nieuwe invulling krijgt voor bewoners en bezoekers. De stoere vorm en het materiaal sluit aan op omgeving van de haven, en is zelfvoorziend, innovatief en duurzaam. De architectuur van het Schrijvershuisje respecteert het bakstenen Schreihuisje en beiden gaan in dialoog met de specifieke locatie. De waterzijde is open, de landzijde is gesloten.

Eiland en water
Dualiteit kenmerkt de locatie en vormt het vertrekpunt en de aankomstplaats voor artistiek onderzoek en tijdelijke interventies. De route tussen vertrek en aankomst is het doel. Als ontdekkingsreizigers leren kunstenaars en publiek zelf navigeren tussen eiland en water. Het tijdelijke gastenverblijf daagt gastkunstenaars uit om op locatie samen met publiek de reis te ondernemen. Ze documenteren en reflecteren de route en ze presenteren de uitkomsten in het openbaar toegankelijke Schreihuisje. Het meerjarige programma bestaat uit opeenvolgende thematische exploraties die samen het Schreihuisje transformeren tot een betekenisvolle culturele Eilandbibliotheek. In deze openbare bibliotheek worden cartografie, reisbeschrijvingen, visuele en auditieve routegidsen en souvenirs verzameld en toegankelijk gemaakt voor breder publiek.
Het Schreihuisje is de culturele ontmoetingsplaats, het Schrijvershuisje is het tijdelijke gastenverblijf voor explorerende internationale kunstenaars. Bewoners zijn de lokale experts en gidsen. Samen ontwikkelen ze gelaagde perspectieven en de projecten dragen bij het ontwikkelen van nieuw betekenisvol cultureel gebruik.

Netwerken
De herbestemming van het Schreihuisje sluit aan bij lokale en internationale netwerken op het terrein van eilanden (culturele en literaire manifestaties en eilandbibliotheken), water (lokale en nationale wateropgaven, haven) en Artist in Residencies (ondermeer Trans Artist, netwerken van residencies aan water of op een eiland, schrijversresidencies) en hedendaagse ontwikkelingen in de kunsten.

Ambitie
De potentie van de herbestemming van het Schreihuisje is in dit voorstel door Satellietgroep geformuleerd. Het vaststellen van de ambities ligt bij de opdrachtgever. Ambities bepalen de strategie en het draagvlak voor verdere uitwerking.
 


Water en het Schreihuisje 13.12.2013

TOELICHTING

1. Ligging en potentie: dualiteit

“Islands have a dual nature.
On the one hand they offer the promise of escape,
freedom, and new beginnings;
on the other hand, they can represent exile,
isolation, disillusionment and despair.”
(The Courtauld Institute of Art’s MA Curating the Art Museum, UK)


Water
Het Schreihuisje ligt aan het water in Schiedam. Water vormt de onmisbare schakel van verleden en heden met toekomst. Havenplaatsen zijn de verbinding van hier met elders door uitwisseling van mensen, goederen, kennis en artefacten. Het Schreihuisje was vanouds een wachtlocatie, waar mensen wachten, vertrekken en aankomen. Positieve verwachting in de betekenis van hoop en negatieve verwachting in de betekenis van gevaar met de potentie van afscheid.
Water is onlosmakelijk verbonden met vitale en zingevende rituelen van geboorte tot dood. Water vormt het verhaal van Nederland, of zoals kunsthistoricus Tracy Metz (‘Zoet & Zout’) stelt ‘water is onze identiteit’.

De Nieuwe Waterweg
De ligging van het Schreihuisje aan de Nieuwe Waterweg is als een route tussen land en water, tussen komen en gaan, passeren en aanmeren. Thuis en elders, wonen en werken. Die ligging spreekt tot de verbeelding, zoals journalist en documentairemaker Fidan Ekiz omschrijft in ‘Veerboot naar Holland’: “Als kind dacht ik dat mijn ouders ooit met deze pont naar Nederland waren gekomen. De overkant moest dan Turkije zijn. Ik zwaaide naar de schepen die voorbij kwamen want misschien zat er wel familie op."  Ekiz werd in Rozenburg geboren, dicht bij de veerpont over de Nieuwe Waterweg. Ze had als klein meisje geen idee van de enorme reis die haar ouders vanuit Turkije naar Nederland hadden ondernomen.

De Gorzen
Het Schreihuisje ligt op de Gorzen, een eiland dat buiten de dijken ligt. Elk jaar vindt de herinnering aan de gevolgen van de watersnoodramp in 1953 ook hier plaats en jaarlijks overstroomt de kade en het Schreihuisje. 
Eilanden spreken tot de verbeelding. Vanouds in de verhalen over onbereikbaarheid en ontdekkingsreizen of Robinson Crusoe, als utopie en escapisme of in de vorm van isolationisme. ‘Eiland' wordt omschreven als een landoppervlakte die aan alle kanten omringd is door water, maar kleiner is dan een continent en groter dan een rots of een zandbank.
In 1971 verbleven de schrijvers Godfried Bomans en Jan Wolkers los van elkaar een week in volstrekte eenzaamheid op het eiland Rottumerplaat. “Elke middag om twaalf uur was er radioverbinding en waren de heren live op de radio te horen met hun dagelijkse verslag. Wolkers stroomde bijna over in zijn enthousiasme om te vertellen hoe geweldig hij het allemaal vond, Bomans ging bijna dood van ellende. (luister cd’s: Twee schrijvers, één eiland; twee werelden van verschil)”
Eilanden zijn onlosmakelijk verbonden met reizen, migratie en het ontdekken van nieuwe of andere werelden. Voor beeldhouwer André Kruysen (1967) vormde de verkenningen van het eiland Vedra als kind en de verwerving van inzichten in vorm, licht en 3-dimensionaliteit de basis van zijn latere sculpturen en ruimtelijke interventies: ‘Van mijn eerste tot mijn vijfentwintigste levensjaar bracht ik elke zomer in de omgeving van de Vedra door. Zijn enorme gestalte stond elke dag meedogenloos en onbewogen in mijn gezichtsveld als het ijkpunt van waaruit je voortdurend je positie bewust leek te zijn. Tijdens de boottocht er naar toe, zo'n anderhalve kilometer lang, verandert de rots van gestalte…..Nog steeds lijk ik al mijn ruimtelijke belevingen te toetsen aan wat ik op, in en om deze rots heb ervaren. Eigenlijk gaan al mijn beelden over Vedra.”


André Kruysen

Loodsen
Marja Wijnties groeide op in de Gorzen. Zij ervaart het Schreihuisje als een Lieu de Mémoire en herinnert zich: “….langs de waterkant ‘bootjes kijken’.  Groot en klein kwam voorbij varen. We zwaaiden ze toe, probeerden te raden uit welk land ze kwamen en fantaseerden over de reizen die deze boten hadden gemaakt of gingen maken. Een plek die mij bijzonder fascineerde was de aanlegplaats voor sleepboten ter hoogte van het Schreihuisje. Als er één of soms meer sleepboten weggingen, dan wist je dat er een groot schip binnen zou komen varen. Dan was het de moeite waard om daarop te wachten…In die tijd leek het me ook wel wat om kapitein of stuurman op een sleepboot te worden, maar om als loods op zo´n groot schip de haven van Rotterdam binnen te varen leek me ook het einde.“

“Op het Franse eiland voor de Bretoense kust Ouessant is het tiende Salon du Livre Insulaire van start gegaan. De organisatoren van dit bijzondere boekenfestival beperken zich tot schrijvers die van eilanden afkomstig zijn (Jacques Roumain van Haïti, Halldor Laxness van IJsland, Jonathan Swift van Ierland, Sappho van Lesbos, Jean-Joseph Rabearivelo van Madagascar...) en schrijvers van het vasteland die een bijzondere band hebben met eilanden (Tommaso Campanella, Daniel Defoe, Paul Gauguin, Robert Louis Stevenson, Anton Tsjechov...). Er zijn auteurslezingen, schrijfcursussen en een dictee. De focus ligt dit jaar op literatuur van Sri Lanka. Tegelijk met het festival op het dunbevolkte eiland wordt ook voortgewerkt aan een virtuele eilandbibliotheek, en worden regelmatig schrijvers op Ouessant uitgenodigd om er in alle rust te kunnen werken. De Prix du Livre Insulaire wordt, in verschillende categorieën, uitgereikt aan een boek dat geïnspireerd werd door de "insularité". Vorige jaar won Jean-Yves Quellec met Passe de la Chimère : un moine à l'île de Quéménès.
In het Nederlandse taalgebied is het pas verschenen Een eigen koninkrijk van Marco Daane een niet te missen lichtbaken in het genre van de eilandenletteren. In dat boek onderzoekt Daane schrijvers (onder meer George Orwell en Edwin Muir) op hun eiland en de bijzondere literatuur die uit de insulaire eenzaamheid ontstaat. Op Radio 1 sprak Daane over Ronald Lockley en het Welshe eiland Skokholm. Ander recent eilandenwerk brachten Gerrit Jan Zwier in Naar de rand van de kaart. Reis door Patagonië en langs Zuid-Atlantische eilanden en Rudi Rotthier in De andere kant van de wereld. Een reis langs 31 Zuidzee-eilanden. Voor een gezamenlijke bespreking van de laatste twee titels, zie NRC Boeken.” Zie: www.livre-insulaire.fr


Samenvattend vertegenwoordigt het Schreihuisje in al zijn bescheidenheid door de ligging en geschiedenis een verbinding tussen localiteit en de Grote Verhalen. Verhalen over mensen en water, beleving en verbeelding, over migratie en identiteit, over verliezen en winnen, over ontdekken en veroveren.

2. Utopia of dystopia

De omvangrijke studie ‘Islands, Literature, and Cultural Translatability’ van Stephanos Stephanides en Susan Bassnett (Universiteit van Cyrpus, 2008) beschrijft: ‘Island spaces are used to explore and create bridges between the real and the imaginary as a response to cultural and social realities, frequently taking the form of utopias/dystopias, Edens, Arcadias, nations, metatexts, cultural crossroads. The virtual spaces of islands are susceptible to translatability and articulate perspectives on the shifting relationship between self and other, center and periphery, serving as sites of mediation between cultures. Within an increasingly global culture marked by inequalities and differences, islands may induce a contrapuntal approach to literary and cultural criticism.’

Narrativiteit en locatie
Elke samenleving kent plekken die verhalen oproepen. Verhalen en plekken spelen een belangrijke rol in het collectieve geheugen van de bevolking. Ze binden inwoners aan hun gemeenschap en woonomgeving. Cultureel geheugen is het verschijnsel waarin binnen een cultuur collectief en individueel wordt herinnerd en op basis waarvan identiteitsvorming plaatsvindt. Volgens etnoloog Gerard Rooyakkers (1962) is identiteit maakbaar en hij onderscheidt drie locaties: “1. identiteit zit in het hart, zit in de mens zelf, is aangeboren; 2. identiteit zit in het hoofd: kennis en 3. identiteit zit in het hoofd van de ander: die ander projecteert zijn visie op een persoon of groep.”
Maakbaarheid van identiteit of constructie van cultureel geheugen spelen een grote rol in dit vraagstuk voor herbestemming van het Schreihuisje.
De maatschappij verandert en deze dynamiek vraagt om onderzoek naar nieuwe betekenissen en nieuw gebruik voor mensen en gemeenschap. Het vertellen van verhalen speelt ook een belangrijke rol in stedelijke herbestemmingsplannen. Mythologische en utopische visioenen verlenen nieuwe betekenissen en voorzien in een andere toekomst. De boodschap is dat de wereld ‘beter’ wordt, zo ook voor bewoners, door culturele programma’s voor het verwaarloosde Schreihuisje of braakliggende terreinen, zoals het nabijgelegen Gusto terrein.

Kunstenaars kunnen in deze processen fungeren als kritische loods of mediator. Zij ontsluiten narratieve en stedelijke weefsels die voortkomen uit specifieke locaties, maar hun wortels en daarmee transparantie vaak hebben verloren. Ze vormen allianties met bewoners en professionals en maken in hun projecten een locatie leesbaar en ervaarbaar. Zo ontwikkelde kunstenaar Lara Almarcegui (1972, Spanje) voor Portscapes (SKOR, 2009) een inventarisatie van de braakliggende terreinen in de haven van Rotterdam. In 2013 bedacht ze een gids voor Sacca San Mattia, een kunstmatig eiland gevormd door de afval afzettingen van de glasindustrie van Murano. Het project is een studie van een lege kavel op dat eiland, hoe het ontstaan ​​is, de huidige geologische en ecologische omstandigheden van de site, de projecten die zijn gepland voor dit perceel en de redenen waarom deze plannen niet tot uitwerking zijn komen. Onderdeel van haar presentatie in de Bienniale van Venetië (2013) waren bergen met op soort geselecteerde en tot gruis gereduceerde bouwmaterialen. Door deconstructie en materialiteit legt Almarcegui als een archeoloog de geschiedenis bloot en ondervraagt de utopie van stedelijke planning.
Kunstenaars hebben een belangrijke rol om verhalen van mensen en plekken zichtbaar te maken en dragen daarmee bij aan mogelijk nieuwe betekenis of gebruik binnen een gemeenschap. Voor bezoekers worden op bijzondere wijze plekken uit hun anonimiteit getild.


Lara Almarcegui

Memory by Ian Farr
“This anthology investigates the turn in art not only towards archives and histories, the relics of modernities past, but toward the phenomena, in themselves, of “haunting” and the activation of memory. It looks at a wide array of artistic relationships to memory association, repetition and reappearance, as well as forms of “active” forgetting. Its discussions encompass artworks from the late 1940s onward, ranging from reperformances such as Marina Abramovic’s Seven Easy Pieces (embodied resurrections of decades-removed performance pieces by her contemporaries) to the inanimate trace of “memory” Robert Morris assigns to his free-form felt pieces, which “forget” in their present configurations their previous slides and falls.
Contextualizing memory’s role in visual theory and aesthetic politics--from Marcel Proust’s optics to Bernard Stiegler’s analysis of memory’s “industrialization”--this collection also surveys the diversity of situations and registers in which contemporary artists explore memory. Art that engages with memory embodied in material and spatial conditions is examined beside works that reflect upon memory’s effects through time, and yet others that enlist the agency of remembrance or forgetting to work through aspects of the numerous pasts by which the present is always haunted.”
Documents of Contemporary Arts series. Copublished with Whitechapel Gallery, London.


Samenvattend  is het Schreihuisje in Schiedam een betekenisvolle plek die wacht op nieuw gebruik.  Elke havenplaats kent een plek waar mensen samenkwamen om afscheid te nemen en met verlangen uit te zien naar een behouden terugkomst. Van oudsher zijn havens plekken waar migratie gestalte krijgt in de beweging van schepen, mensen, goederen. Uitwisseling van artefacten, kennis en ervaringen zijn een voedingsbodem voor nieuwe inzichten. 
Artistiek onderzoek naar de specifieke localiteit van het Schreihuisje, de ligging aan water op een eiland als een verwaarloosde Lieu de Mémoire midden in het dynamisch havengebied is hier op zijn plaats.

3. Schreihuisje en Schrijvershuisje: artist in residence

Een beproefde methode om kunstenaars uit te nodigen om zich in hun werk en werkwijze te verhouden tot een specifieke localiteit is een ‘Artist in Residency’ (AiR) programma. 
Kunstenaars (in de meest brede zin van het woord) worden uitgenodigd om op lokatie te wonen en werken. Wereldwijd zijn er ca 1200 AiR organisaties die jaarlijks duizenden kunstenaars faciliteren.
Het fenomeen ‘artist in residence’ is te herleiden tot de eerste utopische kunstenaarskolonies. In het recente artikel ‘Escapists and Jet-Setters: Residencies and Sustainability’ reflecteert Laura Kenins op deze geschiedenis: “The idea of the artist colony emerged in the early 19th century alongside Romanticism, and the idea of artists going into the wilderness or to a place free from societal restraints persists in today’s residencies, whether they be urban or rural. ….These early artist colonies were established as utopias of sorts, a place where experiencing natural beauty and creating work could be artists’ primary concerns. ….Much like these colonies, today’s residency centre is a sort of permanent temporary community where individual members may change, but one can always find a community of artists.”
In de jaren zestig veranderde de focus van utopische ‘ver-weg’ locaties naar ‘sociale interactie’ en in de jaren negentig naar ‘mondialiteit en diversiteit’.
In veel gevallen bestaat de AiR organisatie uit kunstenaars en kunstbeschouwers.

De afstemming tussen de ambities van de AiR organisatie en hun programma en de selectie van kunstenaars is van het grootste belang.
In de actuele discours over Artists in Residencies (AiR) zijn 2 typologiën te onderscheiden:
De ‘Selfdirected Residency’ waarbij kunstenaars worden uitgenodigd op basis van hun oeuvre; de kunstenaar bepaalt zelf of er een resultaat volgt en wat het mogelijke resultaat kan zijn. 
Of de ‘Commissioned Residency’ waarbij een kunstenaar wordt geselecteerd op basis van een vooraf geformuleerde opdracht en een ingediend werkvoorstel; er wordt een resultaat verwacht. Hierbij zijn 2 varianten van toepassing: de ‘Production Residency’ waarbij een object of installatie wordt gemaakt of de ‘Research Residency’, waarbij een onderzoek ook kan uitmonden in bijvoorbeeld een tekst, dialoog, concept of theorie. Daarbij wordt specifieke kennis gegenereerd die de AiR organsiatie kan benutten in het programma of de (her) ontwikkeling van een lokatie. De AiR oganisatie is  verantwoordelijk voor het netwerk dat ‘op maat’ de kunstenaar in staat stelt om onderzoek te doen, contacten te leggen met lokale bewoners en/of experts.

De belangrijkste vraag die voorafgaand aan de ontwikkeling van elk AiR programma gesteld wordt, is het doel van het AiR programma artistieke ontwikkeling of een ‘tool’ voor maatschappelijke verandering?

Mayke Jongsma van het Mondriaan Fonds ziet als belangrijkste doel de ontwikkeling van de kunstenaar: ‘Met het aanbieden van residencies wil het Mondriaan Fonds de verdieping van de (artistieke) ontwikkeling en de praktijk van beeldend kunstenaars en bemiddelaars in het buitenland of in een andere omgeving stimuleren (dit zijn de ateliers die in Nederland worden aangeboden). Hierdoor kunnen aanvragers ook nieuwe (inter)nationale contacten, netwerken en markten verkennen, uitbreiden en opbouwen.Maar ook het opdoen van kennis van andere culturen, reflectie op het eigen werk , beroepspraktijk en internationale ontwikkelingen in de beeldende kunst.’
Vervolgens noemt Jongsma : ‘De nieuwere initiatieven richten zich veel meer op een maatschappelijke context. Hun interesse gaat uit naar kunstenaars die zich bezighouden met publieke interventies, kunst in de openbare ruimte of het samen met de kunstenaars ontwikkelen voor een specifieke context, zoals projecten die gericht zijn op communicatie met de plaatselijke gemeenschap of die zich verhouden tot de stedelijke en culturele ‘gentification’. Of men wil dat de residenten zich verhouden tot de sociaal-maatschappelijke projecten die een plek nastreeft, zoals bijvoorbeeld projecten opzetten voor kinderen uit arme wijken waarin de residency gevestigd is. Van de kunstenaars/bemiddelaars wordt door die AiRs een actieve houding verwacht. Zij worden gevraagd workshops of lezingen te geven. Vaak worden ook contacten gelegd met universiteiten of kunstacademies waar de residenten les kunnen geven.’
 
Utopias by Richard Noble
“ Throughout its diverse manifestations, the utopian entails two related but contradictory elements: the aspiration to a better world, and the acknowledgment that its form may only ever live in our imaginations. Furthermore, we are as haunted by the failures of utopian enterprise as we are inspired by the desire to repair the failed and build the new. Contemporary art reflects this general ambivalence. The utopian impulse informs politically activist and relational art, practices that fuse elements of art, design, and architecture, and collaborative projects aspiring to progressive social or political change. Two other tendencies have emerged in recent art: a looking backward to investigate the utopian elements of previous eras, and the imaginative modeling of alternative worlds as intimations of possibility. This anthology contextualizes these utopian currents in relation to political thought, viewing the utopian as a key term in the artistic lineage of modernity. It illuminates how the exploration of utopian themes in art today contributes to our understanding of contemporary cultures, and the possibilities for shaping their futures.
Artists surveyed include: Joseph Beuys, Paul Chan, Guy Debord, Jeremy Deller, Liam Gillick, Antony Gormley, Dan Graham, Thomas Hirschhorn, Ilya and Emilia Kabakov, Bodys Isek Kingelez, Paul McCarthy, Constant A. Nieuwenheuys, Paul Noble, Nils Norman, Philippe Parreno, Pil and Galia Kollectiv, Superflex, Rirkrit Tiravanija, Mark Titchner, Atelier van Lieshout, Jeff Wall, Andy Warhol, Wochenklauser, Carey Young. Writers include: Theodor Adorno, Jennifer Allen, Catherine Bernard, Ernst Bloch, Yve-Alain Bois, Nicolas Bourriaud, Benjamin H.D. Buchloh, Alex Farquharson, Hal Foster, Michel Foucault, Alison Green, Fredric Jameson, Rosalind Krauss, Hari Kunzru, Donald Kuspit, Dermis P. Leon, Karl Marx, Jeremy Millar, Thomas More, William Morris, Molly Nesbit, Hans Ulrich Obrist, George Orwell, Jacques Rancière, Stephanie Rosenthal, Beatrix Ruf”
Documents of Contemporary Arts series. Copublished with Whitechapel Gallery, London.


Samenvattend is voor het Schreihuisje de ‘Commissioned Residency’ variant het meest van toepassing, met de combinatie van ‘Production’ en ‘Research’.
 


Ontwerpvoorstel Schreihuisje - Satellietgroep ism MIXD Architectuur, 2013

bg4.jpg
zandmotor water artists was cultural coastal project dat artist zee scheveningen with satellietgroep art from research sea new badgast